Examinering - Algemeen
Om je diploma te kunnen behalen doe je een aantal examens: beroepsgerichte examens (onderdeel van de kerntaken), examens in generieke vakken (Nederlands, rekenen en Engels) en examens voor de keuzedelen.
In het examenreglement staan alle rechten en plichten uitgelegd.
In onderstaand examenplan is beschreven welke examens (exameneenheden) je moet behalen voor je diploma, wanneer deze gepland zijn, waar ze plaatsvinden en hoe deze meetellen voor je diploma. De afzonderlijke exameneenheden leiden samen tot een eindbeoordeling die op de resultatenlijst bij het diploma komt. Op je diploma staat een beoordeling per kerntaak, de resultaten van de generieke vakken en de keuzedelen.
Beroeps specifiek
Kerntaken worden met beroepsgerichte examens beoordeeld. Een beoordeling van een kerntaak kan uit meerdere beoordelingen (exameneenheden) bestaan. Zoals een proeve van bekwaamheid, een eindgesprek, een presentatie van het afstudeerproject.
Sommige beroepen vragen om beroepsspecifieke taal- of rekenvaardigheden die onderdeel vormen van de beroepsgerichte examens (en dus niet van het examen Nederlands of rekenen).
Examinering beroepspecifiek
Het examineren van de kerntaken en werkprocessen van jouw opleiding wordt ook wel beroepsspecifieke examening genoemd. Om deel te nemen aan deze geplande examens zul je van je slb’er een go moeten ontvangen. Voor jouw opleiding betekent dit dat:
de leertaken,opdrachten en toetsen (het ontwikkelingsgerichte gedeelte) die je voorbereiden op het beroepsgerichte examen met een voldoende zijn afgerond.
Generiek
Nederlands, Engels (niveau 4) en rekenen
Voor de examens van deze vakken gelden per studiejaar verschillende regels. Deze regels worden door het ministerie van onderwijs vastgesteld.
In de slaag-/zakregeling lees je voor de Nederlands, Engels (alleen niveau 4) en rekenen precies welke eisen er gelden voor jouw opleiding. Dit is afhankelijk van de startdatum van je opleiding, het niveau van de opleiding en het jaar waarin je je diploma behaalt. Als je door studievertraging in een later studiejaar je opleiding wilt afronden, geldt de slaag-/zakregeling van het studiejaar waarin je je examen doet. De overgangsdatum naar het volgende studiejaar ligt op 1 oktober.
Voor het vak rekenen is er een instellingsexamen, examinering is verplicht en het behaalde resultaat wordt vermeld op het resultatenoverzicht bij het diploma. Het resultaat van het examen is niet van invloed op het wel of niet behalen van je diploma.
Afname van generieke examens
Voor de generieke vakken maak je Centrale Examens (CE) of instellingsexamens (IE). In jouw examenplan zie je dit. De centrale examens worden per jaar gepland. Je wordt voor deze examens aangemeld door je vakdocent. Daarna krijg je via je schoolmail een uitnodiging om je in te schrijven voor een bepaald examenmoment. Voor de generieke examens is het mogelijk om het examen te doen op een hoger niveau dan is voorgeschreven voor jouw opleiding.
Burgerschap
Voor het vak Burgerschap moet je voldoen aan de inspanningsverplichting. Je moet aantonen dat je hebt deelgenomen en je hebt ingespannen voor het vak Burgerschap. Dit toon je aan door bewijzen te leveren per dimensie van Burgerschap. De volgende dimensies komen aan bod:
- Politiek-juridische dimensie
- Economische dimensie
- Sociaal-maatschappelijke dimensie
- Vitaal burgerschap
ROCA12 heeft de extra dimensie ‘Wereldburgerschap en identiteit’ toegevoegd vanuit haar algemeen christelijke identiteit.
Gedurende je opleiding stel je een portfolio samen waarin bewijzen worden verzameld per dimensie. Op deze manier wordt de inspanningsverplichting aangetoond. Per niveau is het volgende aantal bewijzen noodzakelijk:
Niveau opleiding |
Aantal bewijsstukken per dimensie |
niveau 1 |
één bewijs |
niveau 2 |
twee bewijzen |
niveau 3 |
drie bewijzen |
niveau 4 |
vier bewijzen |
Er kan nooit vrijstelling worden gegeven voor burgerschap als geheel. Burgerschap is nooit klaar. Het portfolio kan wel worden aangevuld en verbeterd bij een volgende opleiding: stapelen van bewijzen. Dus als een student doorstroomt van een niveau 2 opleiding naar een niveau 3 opleiding blijven de twee bewijzen van de eerste opleiding staan en wordt per dimensie een bewijs gemaakt dat voldoet aan de eisen die hierboven staan vermeld. Dat geldt ook voor studenten die doorstromen van niveau 3 naar niveau 4.
De bewijzen die al aanwezig zijn, eventueel ook van een ander opleidingsinstituut, kunnen dus worden meegenomen als ze het resultaat voldaan hebben. Dit gaat via de decentrale examencommissie.
Om voor een diploma in aanmerking te komen controleert de examencommissie de inspanningsverplichting voor Burgerschap in jouw examendossier.
Loopbaanoriëntatie
Loopbaan oriëntatie en begeleiding bestaat bij ROC A12 uit de vijf loopbaancompetenties. Deze zijn:
1. Capaciteitenreflectie (Ontdek je talent):
Staat voor het nadenken over wat je (niet) kunt en het bepalen hoe je kwaliteiten kunt inzetten in je (studie)loopbaan. De studenten reflecteren op hun eigen kwaliteiten. En vragen anderen (begeleiders, docenten, medestudenten, praktijkbegeleiders en familieleden) feedback te geven.
2. Motievenreflectie (Ontdek je passie):
Staat voor het nadenken over wensen en waarden die van belang zijn voor de eigen loopbaan. De studenten worden zich bewust van wat ze belangrijk vinden in hun leven, opleiding en werk. Zij ontdekken wat hen voldoening geeft en wat zij (nog) nodig hebben om zinvol en prettig te kunnen werken.
3. Werkexploratie (Ontdek je werkplek):
Staat voor het onderzoeken van bestaande en mogelijke eisen en waarden in het toekomstige beroep. De studenten ontwikkelen de competentie om werk(zaamheden) te vinden waarin hun persoonlijke waarden overeenkomen met de normen en waarden die in dat werk gelden en waarin hun kwaliteiten aansluiten bij de ontwikkelingen die in dat werk voorkomen.
4. Loopbaansturing (Zelf aan zet):
Staat voor het plannen, beïnvloeden en bespreken van leren en werken gericht op loopbaanontwikkeling. Studenten ontwikkelen de competentie om zelfverantwoordelijkheid te nemen en om een plek op de arbeidsmarkt te verwerven, te behouden of te wijzigen.
5. Netwerken (In gesprek met):
Staat voor een eigen netwerk, gericht op de loopbaanontwikkeling en het opbouwen en onderhouden van een netwerk zodat de loopbaanontwikkeling optimaal kan verlopen. De studenten ontwikkelen de loopbaancompetentie om hun contacten zodanig in te zetten dat zij een plaats op de arbeidsmarkt kunnen verwerven, behouden of wijzigen.
Gedurende de hele opleiding werk je aan de vijf loopbaancompetenties. Je kiest of krijgt opdrachten die passen bij je loopbaanvraag. Minimaal 1x per jaar heb je een gesprek met je slb-er waarbij de loopbaan centraal staat. Je schrijft hier een reflectieverslag van en dat is bewijs voor in het portfolio.
Om aan te tonen dat er aan de 5 competenties gewerkt is en aan de inspanningsverplichting wordt voldaan, wordt bij het eindgesprek het formulier ‘inspanningsverplichting loopbaan’ ingevuld en per competentie aangegeven of er voldaan is. Dit formulier wordt vervolgens ondertekend door jou en je slb’er.
Dit formulier wordt toegevoegd aan het examendossier van jou. Bij een steekproefcontrole door de examencommissie kan jouw portfolio met bewijsstukken van je inspanningsverplichting opgevraagd worden.
Er wordt in principe nooit vrijstelling worden gegeven voor loopbaan, want LOB wordt gezien als een ontwikkellijn. Bij overstappen, doorstroom of terugstroom kan het portfolio worden aangevuld en verbeterd bij een volgende opleiding: stapelen van bewijzen.
De nieuwe opleiding wordt afgerond met een eindgesprek LOB waarmee de inspanningsverplichting ook voor deze opleiding aangetoond is.
Burgerschap en Loopbaanoriëntatie:
Voor jouw opleiding hanteren we dat je inspanningsverplichting hebt getoond door pro actief mee te doen in de lessen en voor iedere dimensie 2(3-4) bewijsstukken (denk aan een folder – werkstuk- presentatie) voldoende hebt afgerond. Ter afronding voer je een eindgesprek over een dimensie van burgerschap.
Gedurende de hele opleiding werk je aan loopbaan oriëntatie. Je hebt gesprekken met je studieloopbaanbegeleider, je oriënteert je op je rol als werknemer en door middel van opdrachten en gesprekken geef jij je loopbaanvorm. Wij werken met de methode 100% Jezelf. Aan het einde van je opleiding heb je een eindgesprek met je studieloopbaanbegeleider.
Examinering - BPV
De bpv heb je met goed gevolg afgesloten als:
- je de bpv uren hebt uitgevoerd zoals vastgelegd in de bpv-overeenkomst(en);
- er een beoordeling is van het leerbedrijf over deze bpv die ook is meegenomen in het eindbeoordeling van de bpv;
- de eindbeoordeling positief is.
Examinering - keuzedelen
Voor de keuzedelen maak je ook examens. Vanaf cohort 2020 tellen de keuzedelen mee in de zak-/slaagregeling voor het behalen van het diploma. Hiervoor geldt het volgende:
- het gemiddelde van de examenresultaten van de gevolgde keuzedelen binnen de keuzedeelverplichting moet ten minste een 6 of 'voldoende' zijn;
- voor minimaal de helft van deze keuzedelen moet het resultaat ten minste een 6 of 'voldoende' zijn;
- een keuzedeelresultaat mag nooit lager dan een 4 zijn.
Stel dat je binnen de keuzedeelverplichting 3 keuzedelen hebt gevolgd en je eindresultaten zijn als volgt:
Keuzedeel |
Beoordeling |
Keuzedeel 1 |
7 |
Keuzedeel 2 |
6 |
Keuzedeel 3 |
4 |
|
Gemiddelde: 17:3=5,6 |
Eindresultaat: |
6 = geslaagd |
Stel dat je binnen de keuzedeelverplichting 2 keuzedelen hebt gevolgd en je eindresultaten zijn als volgt:
Keuzedeel |
Beoordeling |
Omzetting naar cijfer |
Keuzedeel 1 |
voldoende |
6 |
Keuzedeel 2 |
onvoldoende |
4 |
|
|
Gemiddelde: 10:2 =5 |
Eindresultaat: |
|
5 = niet voldaan aan diploma eis, dus herkansing aanvragen |